Bericht van de reizigers - 3
Hallo luitjes,
We hebben onze laatste avond in Grand Teton National Park, het kleine broertje van Yellowstone. Er is hier een rij hoge bergen die door Franse trappers in de 19e eeuw met de naam Grands Tétons bedacht werd. Je vindt hier wel meer Franse namen: Dubois ligt een eindje verder, er is een Nez Percé Creek en ga zo maar door. Waar al die Fransen uiteindelijk gebleven zijn? Ingeburgerd of naar Quebec verhuisd? Geen idee.
Onze laatste dag in Yellowstone bezochten we nog enkele must-sees. Eerst nog even aanvullen op vorig bericht; Old Faithful spuit geen 100, maar wel 50 meter hoog. En onze spannendste spotting was een grizzlybeer met haar jong. Ze liepen gewoon op de weg, op hun dooie gemak, met een auto van de Park Rangers ernaast. Na een eindje besloot mama grizzly dat ze terug het bos in wilde, zo konden we enkele foto's maken, maar een andere rangersauto achter ons liet ons weten (met de sirene) dat we niet mochten blijven staan. Toch prachtig dat we dit koppel beren konden zien.
Eergisteren vertrokken we dus uit West Yellowstone op weg naar Grand Teton. We reden eerst naar Yellowstone Lake, maar dat was niet echt bijzonder. Ook hier nog enkele heetwaterbronnen, met de nodige zwaveldampen. Dan reden we langs de Yellowstone River die van het meer noordwaarts stroomt. Weer zo'n brede bedding met een meanderende rivier en zijarmen. Veel Canadese ganzen, die zijn hier op hun plaats, niet bij ons, en enkele duikeenden. Hier en daar bizons in de vallei. Hayden vallei is ook een bekende streek voor grote zoogdieren.
Dan kwamen we bij Canyon Village. De weg slaat af met een brug over de Yellowstone en daar is meteen ook de Hoge waterval, waarna de rivier zich in een diepe canyon stort. Wat verder liggen de Lower Falls, een indrukwekkende waterval die als ik het wel heb, hoger is dan Niagara. De canyon is fantastisch, steile wanden met een gesteente in een heel gamma pastelkleurtjes. Blij dat we dit niet gemist hebben, want met het regenachtige weer eerder op de dag hadden we dit bezoek bijna overgeslagen.
Op de weg zuidwaarts volgen we de Continental Divide, met onder andere Isa Lake (hallo Isa), waarvan het water deels naar het Zuiden, deels naar het Westen vloeit. Aan onze linkerkant vloeien de rivieren naar de Missouri en Mississippi en zo naar de Golf van Mexico, aan de rechterkant van de weg spoelt al het water naar de Columbiarivier en de Stille Oceaan. In BraziliĆ« zaten we in de Chapada dos Guimarães ook op zo een Continental Divide, en tegelijk het geografisch middelpunt van Zuid-Amerika.
Het weer wordt weer kouder, we stijgen langs de Lewisrivier in de richting van Jackson (nog steeds in Wyoming - slechts een stukje van Yellowstone ligt in Montana). Nog een mooie canyon met sneeuw en ijs, een brede waterval, en we verlaten Yellowstone. Er is een stukje Rockefeller Parkway, door John D als natuurgebied aan de staat geschonken, en we betreden (berijden?) Grand Teton. Aan de rechterkant de al genoemde bergketen met witte toppen en gletsjers, daaronder Jackson Lake (een natuurlijk meer dat van een stuw voorzien werd om voor de irrigatie van Idaho meer naar het westen te zorgen). Het landschap ligt meestal wat meer open, maar we spotten toch nog herten en elks.
Ons nieuw logies is Togwotee, een eind oostwaarts buiten het Park, in de richting van Dubois. We zitten zo een 8000 voet hoog (2600m en de lucht is al aardig ijl voor deze plattelanders. We hebben een heuse blokhut met alle comfort - echt prachtig en goedkoper dan de ruime kamer in West Yellowstone, waar ze profiteren van het feit dat ze in een hoogtoeristische zone zitten. We zitten hier zo hoog dat we vannacht een sneeuwbui hadden, een centimeter of twee die vanmorgen al weer weggesmolten waren. Het grote restaurant en de bar zijn praktisch leeg, maar je kan hier je eigen potje koken in je cabin, wat we natuurlijk ook doen.
Gisteren maakten we onze eerste verkenning van de Tetons. Onderaan de besneeuwde bergen, in de Flats, liggen een reeks meertjes: Jenny Lake (vernoemd naar een Indiaanse) en Leigh Lake (haar trapper-echtgenoot die voor het verkennende leger gidste), Bearpaw Lake enzovoort. We maakten een wandeling van enkele mijlen langs de twee laatste meertjes. Overal waarschuwen ze hier
Be Bear Aware. Dat betekent dat je voortdurend op je hoede moet zijn voor ontmoetingen met bruine en grizzlyberen. Ze raden aan in groep te wandelen, lawaai te maken (luid praten, in je handen klappen, zingen) en voorzichtig te zijn als je weg ergens een blinde bocht maakt. Ze verkopen ook bearspray, een soort pepperspray waarmee je de beren van je lijf zou moeten houden. Als je dan toch een beer ontmoet, kan je wat verzoenende geluiden maken en je discreet terugtrekken (zonder weg te lopen of hem je rug toe te keren). Naar 't schijnt maakt ons eten hen agressief, dus als je met een snack bezig was, moet je die discreet weer inpakken en wegwezen. Opletten ook met allerlei eten, bv. in je tent als je kampeert, want daarvoor kan je ze op bezoek krijgen.
Dus hebben we de hele wandeling luidop lopen praten en zingen, Touché met haar Braziliaans sambarepertoire... Andere wandelaars keken soms wat raar, maar groetten dat rare koppel toch vriendelijk... Achteraf bezochten we nog even een Visitors Center waar een kleine tentoonstelling van Indian Art was. Mooie presentatie, maar erg bescheiden (behalve de prijzen van de kleinoden die je kon kopen).
Vandaag na de sneeuw weer naar het park gereden, een stuk zuidelijker nu, waar ook een gemakkelijk wandelpad uitgetekend is van de Laurance Rockefeller (same family) Preserve naar het Phelps Lake. Eerst langs de bruisende rivier naar boven tot aan het meer, met indrukwekkende zichten op het vervolg van de Tetons range, dan door het bos terug naar beneden, naar het Visitors Center. Ook hier zagen we veel mensen met zo'n Bearspray in hun gordel, dus klapten en zongen we regelmatig (
'k Zag twee beren, broodjes smeren,...). Het werkte, want we hebben helaas of gelukkig geen beer gezien. Het verstoort natuurlijk ook andere dieren een beetje, maar de vogels stoorden er zich niet zo aan, de zang was niet bekend. Aan de meeroever aten we onze snack en enkele chipmunks (grondeekhoorns) kwamen brutaal naar kruimels zoeken. Verboden de dieren te voederen!
Op beide wandelingen ontmoetten we interessante mensen waar we een babbel mee maakten. Een koppel van onze leeftijd uit Lima (Peru), op familiebezoek - net als wij nietwaar. Een jonge Ranger die uit California naar hier verhuisd was en heel blij was met haar job bij de Park Service. De mensen zijn over het algemeen heel vriendelijk (soms de plastic smile natuurlijk en het gemaakte
"How are you today", maar meestal gemeend vriendelijk) en behulpzaam. Iedereen is ook zeer hoffelijk in het verkeer en anders dan in onze Wolvenberg worden de borden met uitleg over wat er te zien is, de educatieve panelen enzovoort niet gevandaliseerd. Natuurlijk is het in andere delen van de States een heel ander verhaal... maar het is goed te zien dat alvast in dit deel er respect is, niet in de laatste plaats voor de natuur.
Morgen sluiten we ons eerste deel van de reis af. Het wordt een drukke dag: eerst 280 mijl (450 km) naar Salt Lake City, de auto inleveren aan de luchthaven, dan naar het treinstation met al onze bagage (al aangezwollen met souvenirs en cadeautjes) voor de trein om 23u naar San Francisco. Dan kunnen we tot de volgende dag 16u uitrusten en genieten van het voorbijzoevende landschap (Nevada desert, maar ook dichte wouden). Dan volgt de episode met de familie Voets in San Anselmo en San Geronimo. Stan is de volle neef van mijn vader, Judy zijn vrouw en Karin en Candy hun dochters, Karen is vorig jaar bij de familie in Belgiƫ op bezoek geweest met haar dochter Rose - nu brengen wij ons tegenbezoek. Ik had sinds de jaren 1960 niets meer van de Californische tak van de Voetsen gehoord...
Dat was het voor deze keer, tot een volgende internetgelegenheid
Blij dat jullie met ons meereizen,
speciale groet aan Annemie, Marcela en Sam die voor onze baby Zoentje zorgen,
9 juni 2014